Muur van Liefde

Auteur: Tanja van Roosmalen, verlies- en rouwtherapeut
04.08.2023
Muur van Liefde
Auteur: Tanja van Roosmalen, verlies- en rouwtherapeut
04.08.2023

'Een paar dagen geleden kletste ze nog volop. Dan lag ze lekker tussen de kussens in bed en kroop ik lekker bij haar. Maar nu… ze wordt steeds stiller, ze lijkt zich af te sluiten voor mij. We konden altijd alles samen delen, maar dit vind ik zo vreselijk moeilijk. Wat moet ik nu? Waar denkt ze aan? Moeten we het vertellen? Of toch niet?’  

Nina’s* moeder belt. Aan de andere kant van de lijn voel ik haar onmacht. Haar dochter is 11 jaar. Ze heeft een lange, intensieve behandeling achter de rug tegen de tumor in haar hoofd. Maar het bleek niet genoeg. De tumor had zo zijn eigen plannen, hield met niemand rekening en groeide opnieuw aan. De wetenschap stond erbij en keek ernaar… maar bleef met lege handen. Nina’s ouders vertelden haar eerlijk dat de tumor was teruggekomen en dat er geen behandeling meer was. Nina hoorde het aan, in stilte. Ze vroeg niet door. Haar ouders lieten het daarbij, voor dat moment.  

Het was vlak voor het schoolverlaterskamp van groep 8. Dat was nu belangrijk: het afsluiten van een mooie tijd op de basisschool en met haar blik al gericht op de nieuwe stap in haar leven: de middelbare school. Ze ging op kamp, en genoot volop. Doodmoe, maar vol enthousiaste verhalen kwam ze thuis. Nog nagenietend kroop ze die avond in bed. Effe bijkomen en dan genieten van een lange zomer, zoals alle achtstegroepers doen. Misschien had ze al haar energie opgespaard voor het kamp, of was het toeval, maar ze kwam niet meer uit bed. Haar lijf was uitgeput en verzwakte zienderogen. Haar levenslust veranderde in een onheilspellende rust. Haar ouders wisten het meteen… de laatste strohalm was geknakt. Geen toekomstdromen meer, maar nu de momenten pakken samen, dát was wat hen nu te doen stond. Intense dagen volgden. 

Maar nu wordt het anders, nu Nina zich lijkt af te sluiten. Na die dramatische uitslag had moeder niet meer met Nina gesproken over wat er komen gaat… over het naderende afscheid. ‘Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om er met haar over te praten, daarmee maak ik toch alles kapot?’ vraagt ze. Ik voel hoe ze hoopt dat ik haar bevestig. Moeders onder elkaar… je beschermt je kinderen toch tegen dreiging en gevaar…? Ik voel een rilling over mijn rug. Niets liever zou ik haar willen geruststellen door te zeggen dat het vanzelf weer goed komt. Maar ik weet, dit komt niet vanzelf goed.  

Een dag later kom ik voorzichtig de kamer binnen. Nina begroet me kort en ik duw snel de gedachte weg dat ze me nu vast niet wil zien. Wat gaat er in haar om? Dat is de vraag die haar ouders bezighoudt en de opdracht waar ik me voor gesteld zie. Onderweg had ik allerlei ideeën bedacht, maar nu realiseer ik me dat ik eerst maar eens contact met haar moet maken. En zo kletsen we een tijdje over haar lange nagels en blitse nagellak en hoe rot het is om in bed te liggen, terwijl de zomerzon steeds feller de kamer in schijnt, als een uitnodiging om naar buiten te gaan. ‘En het ergste is, ik denk dat ik er nooit meer uit kom,’ zegt ze. Ze kijkt me indringend aan en ik knik alleen maar. Dan draait ze zich van me weg en ik hoor zacht ‘en nou ben ik moe’. Ze geeft er nauwelijks woorden aan, maar wel genoeg.  

Ze weet dat ze doodgaat. Ze weet het, maar ze kan er niet over praten. Niet met mij, maar vooral niet met haar moeder. Uit liefde en bescherming voor haar dochter benoemde moeder niet welk noodlot hen staat te wachten. En uit dezelfde liefde voor haar moeder probeert Nina haar moeder te beschermen door haar angsten, zorgen en verdriet niet te laten zien. Zodat ze haar moeder niet nóg verdrietiger maakt. Het is een mechanisme dat bekend staat als de Wet van de Dubbele Bescherming. Ik noem het ook wel de Muur van Liefde. De liefde die maakt dat je elkaar beschermt tegen (nog meer) angst en verdriet vormt een onzichtbare, isolerende muur tussen beiden. In dit geval kan het betekenen dat Nina voelt dat ze dood gaat, dat haar lijf op is. Maar dat ze het niet over haar hart kan verkrijgen om dit aan haar ouders te vragen. Zij hebben er immers ook niets over gezegd. En zo wordt het onvermijdelijke niet benoemd, kan het er niet zijn en zit iedereen eenzaam op zijn eigen eilandje van verdriet. Ik heb inmiddels geleerd dat het niet de onwetendheid is van de naderende dood, maar de eenzaamheid en de angst die voor kinderen het lijden zwaar maakt in de laatste levensfase. Voor Nina is het goed als ze haar angst en verdriet mag en kan delen. Haar moeder wil niets liever.  

Terwijl ik Nina’s ademhaling zwaarder hoor worden, loop ik zachtjes de kamer uit. In de keuken bespreek ik met moeder mijn vermoeden en hoe zij de muur van liefde tussen hen beiden kan neerhalen. Moeder durft het aan. Later die dag kruipt ze bij haar dochter in bed en als ze als lepeltjes zacht tegen elkaar aanliggen vraagt ze: ‘Meis, wat denk jij dat er nu gaat gebeuren, nu je niet meer opknapt?’ Nina draait zich langzaam om, kijkt haar moeder recht in haar ogen en zegt: ‘Mam, ik wil zo graag dat er vuurwerk is op mijn begrafenis. Kan dat?’ En dan komen de tranen, het onvermijdelijke heeft woorden gekregen. Eindelijk kunnen alle vragen, zorgen en het verdriet samen gedeeld worden. En ook dat levert mooie momenten op, momenten om te koesteren. En ik… ik ben gerustgesteld, blij dat de Muur van Liefde is opengebroken. 

 * Noot: een groot dankjewel aan de ouders van Nina, die mij gevraagd hebben om deze blog niet anoniem te schrijven, maar de naam van Nina te noemen.* 


De redactie van Carend houdt even vakantie. Op onze website en via social media delen we deze maand de meestgelezen artikelen en columns van het afgelopen jaar. Wij wensen iedereen een fijne zomer toe, op vakantie of thuis, in ons eigen land of ver weg. En voor iedereen die doorwerkt: werk-ze!