Une mort très douce

Auteur: Roos-Marie Tummers, schoondochter
28.03.2023
Une mort très douce
Auteur: Roos-Marie Tummers, schoondochter
28.03.2023

‘Dit leven is zo toch niet meer menswaardig?’ Mijn 91-jarige schoonmoeder, die de laatste maanden getroffen werd door diverse erg pijnlijke kwalen, verzucht dit uit de grond van haar hart. Mijn dochter en ik zitten met een machteloos gevoel aan haar hoog-laagbed in de sfeervolle huiskamer. Het hoog-laagbed detoneert tussen de mooie antieke bronzen beeldjes en schilderijen met Oudhollandse tafereeltjes.

Haar wens, om met behulp van palliatieve sedatie zachtjes heen te gaan, heeft ze al meerdere keren geuit naar de huisarts. Afgelopen vrijdag zei hij nog dat het natuurlijke proces zijn gang moet gaan en dat hij zou zorgen voor voldoende pijnstilling. Er was op dat moment geen indicatie voor palliatieve sedatie. Dit weekend blijkt dat de pijnstilling niet voldoende is. Eten lukt niet meer, drinken doet ze minimaal, af en toe een waterijsje geeft enige tijdelijke verlichting. ‘Alleen een raketje’, is haar uitdrukkelijke wens.

Het is inmiddels maandagochtend en mijn dochter ziet met lede ogen aan dat haar oma snel achteruitgaat en veel pijn heeft. Hoewel we weten dat haar vertrouwde huisarts op maandag altijd vrij is, zegt mijn dochter vastbesloten: ‘Ik ga hem nú bellen!’

Aan het einde van de dag komt de huisarts, na veel aandringen, tot onze grote opluchting langs. Inmiddels zijn ook haar oudste zoon en dochter aangekomen. Na een intens en lang gesprek zegt de huisarts toch geheel onverwachts: ‘Zullen we u vanavond dan nog in slaap brengen? U weet dat u dan vrijwel zeker niet meer wakker wordt?’ Mijn schoonmoeder slaakt een diepe zucht: ‘Ja, heel graag, ik wil geen dag langer wachten.’

Met z’n vieren zitten we rond haar bed. Aan de ene kant zijn we blij voor haar, aan de andere kant verdrietig omdat het onvermijdelijke er nu aan zit te komen. Ik voel me enigszins overvallen door dit plotselinge besluit van de huisarts en denk aan mijn zoon, haar kleinzoon, die een jaar in Colombia verblijft. In een opwelling facetime ik hem en gelukkig neemt hij meteen op.

‘Vanavond gaan ze omi sederen, dat wil ik je toch vertellen vóórdat dit zal gebeuren. Wil je omi nog spreken?’ Zoon barst in huilen uit en mompelt: ‘Ja, maar ik moet me even herpakken.’ Hij haalt een paar keer diep adem om wat rustiger te worden en moed te verzamelen. Met de iPad met haar kleinzoon op het scherm ergens in een Colombiaans dorpje, loop ik naar het bed van omi. ‘Hij wil u graag nog spreken, zou u dat ook willen?’

‘Natuurlijk!’ en met een zwakke stem spreekt ze hem toe. Dat ze er echt aan toe is om naar opi te gaan. Dat ze niet bang is. Dat hij een geweldige kleinzoon is en ze enorm trots op hem is. Iedereen in de kamer laat zijn tranen de vrije loop. Bij mijn zoon verschijnt een dankbaar lachje, omdat hij ondanks de enorme fysieke afstand toch nog zo intiem afscheid van zijn oma kan nemen.

Een uur later spuit de huisarts voorzichtig en zorgzaam de vloeistof bij haar in. Omi volgt het nauwgezet. Ze kijkt hem aandachtig en verwachtingsvol in de ogen. ‘Hoever ben je?’ zijn haar laatste woorden. Enkele minuten later glijdt ze in een diepe slaap. Aan het einde van de volgende dag overlijdt ze, met twee van haar kinderen aan haar zijde. Dat we – mede dankzij de moderne techniek - met het hele gezin op een fijne manier van haar afscheid hebben kunnen nemen, is iets waar we alleen maar dankbaar voor zijn.


Foto: Zaikina