Voorpublicatie boek 'Leven toevoegen aan de dagen'.

Auteur: Carend Redactie
18.01.2023
Voorpublicatie boek 'Leven toevoegen aan de dagen'.
Auteur: Carend Redactie
18.01.2023

Over twee maanden verschijnt -vijf jaar na het boek 'Slotcouplet'- het nieuwe boek van Sander de Hosson, getiteld 'Leven toevoegen aan de dagen' die hij samen met journalist Els Quaegebeur schreef.

Het boek is een openhartige en volgens de auteurs zelf taboedoorbrekende beschrijving en beschouwing van het traject dat mensen (en hun naasten) met kanker, maar ook mensen met orgaanfaalziekten (zoals COPD of hartfalen) en dementie doormaken 'van slecht nieuws gesprek' tot de dood. Journalist Quaegebeur heeft voor het boek meerdere keren met De Hosson meegelopen en beschrijft ook casuïstiek die ze in het ziekenhuis gezien heeft.

Het boek bevat zes lange hoofdstukken over alle palliatieve fasen en aparte hoofdstukken over 'zingeving' en 'de gelaagdheid van het stervensproces'. Aan de hoofdstukken zijn, ter illustratie, vele ziektebeschrijvingen toegevoegd. Onder deze tekst een eerste voorpublicatie van het boek.

Aan het boek heeft een groot aantal experts uit de palliatieve zorg wereld meegewerkt zoals Manu Keirse, Jannie Oskam, Mustafa Bulut, Carlo Leget, Kees Veldboer en Margot Verkuylen.

Het boek is al door een aantal mensen proef gelezen waaronder huisarts Marike de Meij (hoofd team ondersteunende en palliatieve zorg OLVG): Op Linked-in geeft ze een korte recensie: "We kijken uit naar het nieuwe boek van Sander de Hosson en Els Quaegebeur. Het is ze gelukt om met prettig taalgebruik een mooi overzicht te geven over wat palliatieve zorg is. Het is een houvast, naslagwerk, inspiratiebron en leerboek tegelijk geworden. Kopen dat boek!"

Journalist Rob Bruntink op Linked In: “Ik had de eer om vorige week alvast het nieuwe boek van Sander de Hosson en els quaegebeur te mogen lezen. Dank zij de waardevolle patiëntenverhalen, relevante informatie over palliatieve zorg en een brede kijk op sterven zal het kort na verschijnen ongetwijfeld de Bestseller Top 60 inschieten.”

Ineke Visser van het Landelijk Expertisecentrum Sterven schrijft: “ Dit boek zal niet alleen op korte termijn de bestsellerlijsten bestormen maar gaat ook het standaard werk worden voor de palliatieve zorg!”

'Leven toevoegen aan de dagen' verschijnt op 14 maart bij uitgeverij de Arbeiderspers en is nu al online te bestellen bij de boekhandels, zoals hier of hier


Fragment uit het boek 'Leven toevoegen aan de dagen': 'Anne'.

'Anne is een vrouw van in de zeventig. Ze woont alleen in een kleine Dorpstraat waar ieder een elkaar kent. Als iemand hulp nodig heeft, komt die van alle kanten aanwaaien. Anne krijgt veel vragen over huisdieren die ziek zijn of raar gedrag vertonen – ze werkte ruim veertig jaar als dierenartsassistente. 

Twee van haar kinderen wonen niet ver bij haar vandaan en komen vaak langs. De jongste woont aan de andere kant van het land. Met hem belt ze twee keer per week. Haar ex-man is jaren geleden verhuisd naar het buitenland. Op 1 januari en op verjaardagen bellen ze altijd even om elkaar het beste te wensen.

Tien jaar geleden kreeg Anne van haar huisarts te horen dat ze copd heeft: een chronische longziekte die gaandeweg verergert. Ze kwam voor het eerst bij Sander op de poli toen ze haar benauwdheid niet meer zelf onder controle kreeg met behulp van medicijnen in een inhalator. Tijdens dat gesprek kwam doodgaan niet ter sprake. Sander dokterde een longrevalidatieplan uit, dat haar kwaliteit van leven lange tijd opkrikte naar een acceptabel niveau, maar dat betekende niet dat de copd een halt was toegeroepen. 

Ademen bleef moeilijk, vermoeidheid overviel haar meestal al bij het opstaan, ze ontwikkelde chronische bronchitis. Later kwam daar nog hartfalen bij – een andere chronische ziekte, die vaak samengaat met copd. 

Voorafgaand aan een routinecontrole bekeek Sander de laatste gegevens in haar dossier. Ik geloof niet dat ze over een jaar nog leeft, dacht hij, maar omdat Anne ondanks haar slechte papieren toch nog weinig momenten van acute, kritieke verslechtering had doorgemaakt, begon hij toch niet over de dood of over de laatste levensfase. 

'Haar stoutmoedige vraag gaf hem een rotge­voel. Hij had er over moeten beginnen'

Zij deed dat wel. ‘Dokter? Het komt niet goed met mij, hè?’ viel ze met de deur in huis. ‘Nee, antwoordde hij, ik vrees van niet. Haar stoutmoedige vraag gaf hem een rotge­voel. Híj had erover moeten beginnen. Nu kwam ze er zelf noodgedwongen mee, maar Joost mag weten hoelang ze er eerst tegenaan had gehikt: wel vragen, niet vragen, nu vra­gen, volgende keer vragen, de dokter vindt het misschien raar, vervelend, eng, ongepast of ongemakkelijk, en dat komt dan door mij.

Sander zegt dat hij haar vraag dapper vindt, en dat het aan hem was geweest dit moeilijke, verdrietige onderwerp ter tafel te brengen. Ze praten lang en openhartig. Hij schrijft morfinepleisters voor, met de uitleg dat die niet de ziekte, maar wel de benauwdheid effectief bestrijden. Voor Anne naar huis gaat, in een rolstoel, want lopen gaat niet meer, spreken ze af dat ze zich niet meer zal laten opnemen, ook niet als symptomen daar alle aanleiding toe geven. 

Bang is ze niet. Sander heeft haar verzekerd dat ze niet zal stikken. 

Hij belt nog een paar keer in de weken die volgen. Ik ga achteruit, zegt ze dan, maar ik doe het rustig aan, dus wie maakt mij wat. Gelukkig is het een zomer met mooi weer, warm maar niet te. Ze kan bijna elke dag even op een bed in de tuin liggen. Meestal komt er wel iemand langs. Vragen over extreem verharende katten en hyperactieve honden gaan nu gepaard met een pannetje soep of een lekker toetje. 

Drie maanden later sterft Anne. Thuis, om een uur of vijf ’s middags. Haar dochter staat net even bij de voordeur met iemand te praten als ze ertussenuit piept. Zonder dat laatste gesprek met Sander was ze zeker in het ziekenhuis beland in de laatste week van haar leven. 

Zonder nut, noodzaak en zeker niet zoals zij het wilde.