In het GZA Sint-Augustinus Ziekenhuis in Antwerpen ontmoet ik een deelneemster aan de verwendag van de stichting Kom op tegen Kanker. Vanaf het begin is het duidelijk: deze vrouw wil vooral buiten haar kamer zijn, genieten van wat de dag haar te bieden heeft. Samen met haar vriendin is ze naar de visagie geweest. Haar nagels zijn prachtig gelakt en even later zit ze buiten in de lentezon een pizza te eten. Binnen vraagt ze me iets over haar linkerarm, waar ze oedeem in heeft. Daarna wil ze weten hoe massage bij kanker eigenlijk werkt. Ze luistert aandachtig en vraagt of we ook op haar afdeling komen. Ik vertel dat we na de lunch langskomen. Ze knikt en vraagt of ik dan ook naar haar kamer wil komen.
Niet veel later sta ik bij haar bed en vraag welk deel van haar lichaam op dat moment het meeste behoefte heeft aan aanraking. Ze weet het niet meteen. Ze is zo bezig geweest met alles buiten haar kamer, dat ze er nog niet over heeft nagedacht. Na een korte stilte zegt ze zacht: ‘mijn rechterarm en schouder. Sinds het oedeem in mijn andere arm doe ik alles daarmee.’ Of ik daar iets mee kan. ‘Zeker’ zeg ik, ‘en op de oedeemarm pas ik dan zachte aanraaktechnieken toe. Lichte aanraking, zonder druk – want ook die kan soms al te veel zijn bij oedeem.’ Ze vraagt hoe ze het beste kan zitten. Moet ze rechtop? Moet ze iets doen? Glimlachend stel ik haar gerust: ze hoeft niets, behalve te ontspannen. Samen positioneren we haar rechtop in bed, tegen een stapel kussens. Alleen dat al vindt ze heerlijk.
Terwijl ik haar rechterarm en schouder masseer, kletst ze verder met haar vriendin. Het is warm, licht, ontspannen. Dan is haar andere arm aan de beurt. Ik werk langzaam, rustig. Soms hoor ik haar zuchten… Daarna strijk ik zacht over haar hoofd. Halverwege haar zin stopt ze plots met praten, haar ogen gesloten. De stilte duurt… en duurt. Dan opent ze haar ogen. ‘Rust. U geeft me een geweldige rust.’
Ik glimlach en strijk zwijgend verder. Tot ik bij haar schouder kom. Mijn hand stopt. ‘Daar zit een uitzaaiing,’ zegt ze, ‘Voelt u die ook?’ Ik knik. ‘Iedereen voelt het, behalve ik.’ Een traan rolt over haar wang. We kijken elkaar aan en zeggen niets. Gewoon elkaars handen vasthouden en nabij zijn.
Dan vraag ik of ze het samen met mij wil proberen. Ze knikt. Ik leg mijn hand op haar schouder. Zij legt haar hand onzeker op de mijne. De spanning in haar vingers is voelbaar. Ik nodig haar uit om samen drie keer diep adem te halen. Bij de derde ademhaling voel ik haar hand ontspannen. Ik nodig haar uit om met haar volledige aandacht naar haar hand te gaan. Samen strijken we zachtjes over haar schouder. Langzaam bewegen onze handen, tot we bij het plekje komen. We houden stil. ‘Hier is het’ zeg ik zacht. Voorzichtig haal ik mijn hand weg. Met gesloten ogen en diepe concentratie strijkt ze rustig verder en weer terug. Ineens opent ze haar ogen. Haar gezicht straalt. ‘Ik voel het. Nu voel ik het zelf!’
Wat ze daarna vertelt, raakt me diep. Toen ze kanker kreeg, is ze zó vaak aangeraakt. Onderzoeken, prikken, scans, operaties, chemo, oedeemtherapie… Op een gegeven moment wilde ze niet meer. Ze wilde niet meer aangeraakt worden. Maar het moest. Om het vol te houden heeft ze noodgedwongen afstand gedaan van het voelen. Vandaag is dat anders. Ze vertelt dat ik haar rust heb gegeven, dat ze van mij niets moest. Dat ze zich lichter voelt. Beter. En dat ze nu eindelijk zelf voelt waar die uitzaaiing zit. ‘Iedereen kan voelen waar ik misschien wel dood aan zal gaan. Nu kan ik het zelf eindelijk ook voelen. Dat is wel zo eerlijk want het is mijn lichaam.’
‘Vandaag heb je me een groot cadeau gegeven: rust. Ik voel me lichter, beter. En ik voel nu zelf ook waar die uitzaaiing zit. Ik voel weer...’ Met een brede glimlach spreidt ze haar armen. ‘Kom hier, dat ik u een knuffel geef.’
Na afloop dank ik haar voor haar vertrouwen, voor het feit dat ik haar mocht aanraken en masseren. Maar zij onderbreekt me: ‘Nee, ik moet ú danken.’ Ze lacht zacht. ‘Mijn eerste massage in het ziekenhuis… Wie had dat kunnen denken?’ zegt ze tegen haar vriendin, terwijl ik haar kamer verlaat.
Vandaag voel ik weer.. hoe diep een mens geraakt kan worden, juist als aanraking weer welkom is.
Klara van Zuijdam is specialist in aanraking en massage bij kwetsbare doelgroepen en werkt sinds de jaren negentig in de palliatieve zorg. Via Touch for Care deelt ze de helende kracht van liefdevolle aanraking en aanwezig-zijn in de laatste levensfase.
De behandeling van oedeem bij mensen met kanker is een specialisatie die door fysio- of huidtherapeuten gegeven wordt. Vind een therapeut in jouw buurt via de website Kanker.nl
Ook massage bij kanker is een specialisatie. Massagetherapeuten in jouw buurt die gespecialiseerd zijn in massage bij mensen met kanker, kun je ook vinden op de website van Kanker.nl
In het boek Goud in handen beschrijft haptonoom Eric Elbers hoe mensen – onder stress, ziekte of trauma – het contact met hun lichaam kunnen verliezen. Ze trekken zich terug, gaan vooral ‘in hun hoofd’ leven, en voelen niet meer goed. Maar Eric Elbers laat ook zien hoe dat contact weer voorzichtig hersteld kan worden. Hoe liefdevolle aanraking, aandacht en nabijheid helpen om weer te voelen. Om opnieuw te vertrouwen op je lijf en gevoel.