Alleen de waarheid

Auteur: Sander de Hosson, longarts
15.06.2025
Alleen de waarheid
Auteur: Sander de Hosson, longarts
15.06.2025

Ik sta aan het bed van een vrouw die niet lang meer te leven heeft. Haar ademhaling is oppervlakkig, traag en onregelmatig. Ze is diep weggesuft, en af en toe ontsnapt een zachte kreun aan haar lippen. In één oogopslag zie ik wat ik vaker zie in dit stadium: ze is stervende, maar ze lijdt niet. De rust op haar gezicht bevestigt wat haar lichaam al vertelde.

Er zit een man aan haar zijde – haar zoon, vermoed ik – zijn hand rust stil op de hare. Naast hem zit een jongetje van een jaar of zeven, met bungelende benen op een veel te grote stoel. Hij wiebelt een beetje heen en weer, zoals kinderen dat doen wanneer ze zich proberen te gedragen in een wereld die ze maar half begrijpen.

De vrouw zegt niets meer, maar haar aanwezigheid vult de kamer. Ik kan dat niet helemaal in woorden uitdrukken, maar wie erbij is, zou dat ook voelen. Er hangt een harmonieuze stilte in de ruimte – een afscheid dat geladen is met liefde, weemoed, berusting. Een stilte waarin alles besloten ligt wat niet meer uitgesproken hoeft te worden.

De man kijkt me aan, zijn ogen rood van het waken, maar helder. In zijn blik lees ik verdriet, maar ook een soort dankbaarheid – of misschien overgave. Ik leg rustig uit wat we kunnen doen, wat ze mogen verwachten. Hij knikt langzaam, alsof hij de informatie niet alleen hoort, maar ook laat binnenkomen. ‘Ze heeft een mooi leven gehad’, zegt hij zacht. En dan, uit het niets, klinkt er een heldere kinderstem. ‘Gaat oma nu dood?’

De man en ik kijken allebei op. Het jongetje is niet verdrietig, niet bang. Alleen nieuwsgierig. Zoals alleen kinderen dat kunnen zijn: zonder omhaal, zonder schaamte. Hij stelt zijn vraag niet eens fluisterend, maar helder en rechtuit. Hij wil het gewoon weten, precies zoals het is.
Ik knik. ‘Ja. Binnenkort wel. Ze is heel ziek. En haar lichaam is moe.’
Hij denkt even na. Het blijft stil. Dan zegt hij: ‘Maar dan is ze toch straks bij opa? Die is ook dood.’
Weer word ik overvallen door de puurheid van zijn logica. Zijn helderheid. Zijn afwezigheid van angst. Kinderen hebben echt helemaal geen behoefte aan verzachtende woorden of vage troost. Ze zoeken geen ingewikkelde verklaringen. Alleen de waarheid, op hun niveau.

Zijn vader pakt zijn hand vast. Ik zie zijn lip beven. ‘Ja jongen’, zegt hij, en zijn stem breekt een beetje. ‘Dat denk ik ook.’
Het jongetje knikt, als teken dat hij het goed begrepen heeft. En dan doet hij iets wat me volledig overrompelt. Hij schuift van de grote stoel, loopt naar het bed en legt zijn knuffel – een tot op de draad versleten beer – naast het kussen van zijn oma.
’Voor als ze bang is’, zegt hij.

Kent u dat gevoel dat u niets meer kunt zeggen? Als arts ben ik getraind in woorden – uitleg, geruststelling, protocol. Maar op zulke momenten schiet alles tekort.


Heel vaak laten kinderen ons zien hoe het moet. Zonder maskers. Geen omwegen. Alleen liefde. En logica.


Misschien zijn wij het wel die moeten leren van hen.


Niet andersom.

Thumbnail voor 'Dementie is afscheid nemen in stapjes, niet in één klap, maar in duizend pijnlijke stukjes'