Baby Roosje

Auteur: Gertien Koster, maatschappelijk werker
29.01.2024
Baby Roosje
Auteur: Gertien Koster, maatschappelijk werker
29.01.2024

‘Ik rijd gehaast naar het ziekenhuis waar ik als maatschappelijk werker op diverse afdelingen werk. Ik ben te laat vertrokken doordat het veel tijd kostte om mijn 15 jarige dochter uit bed en naar school te krijgen. Volgens mijn ouders heb ik een koekje van eigen deeg in huis: ik was een opstandige tiener en de geschiedenis lijkt zich te herhalen. Terwijl ik mopperend door de polder sjees vraag ik me af wat nu toch de beste manier is om met haar om te gaan. Ik vind het weliswaar heel boeiend om te zien hoe zij zich steeds verder ontwikkelt tot een eigen persoonlijkheid maar ik vind het vaak ook tropenjaren, die puberteit. Gisteravond probeerde ik haar duidelijk te maken dat haar vader en ik helemaal niet zo streng zijn en dat zij daardoor mogelijk wel heel ver moet gaan om zich los te maken van ons. Mijn dochter antwoordde kauwgom kauwend en zonder op te kijken van haar IPad: “Hee je bent niet op je werk hoor!”

Als ik in het ziekenhuis arriveer pak ik koffie en loop daarna langs de afdelingen om nieuwe aanvragen op te halen. Op de kraamafdeling is een jonge vrouw net bevallen van een prachtige baby. Het is haar eerste kind, ze noemen haar Roos, naar een van de oma’s. Tijdens de zwangerschap was deze kraamvrouw erg moe geweest maar ze schreef dat toe aan de verder probleemloos verlopende zwangerschap. Na de bevalling voelt zij zich helemaal niet goed en daarom blijft de kraamvrouw langer in het ziekenhuis dan gebruikelijk. Terwijl ze een aantal onderzoeken ondergaat wacht de kersverse, trotse vader met Roosje op zijn borst tot zijn partner terug is. Hij geniet zichtbaar van het contact met de pasgeborene maar al snel verandert de vredige stemming. De onderzoeken wijzen namelijk uit dat de jonge moeder heel ernstig én ongeneeslijk ziek is. Ze heeft een agressieve vorm van borstkanker maar het is niet de postpartum variant, dat is een vorm van borstkanker met een slechtere prognose en een tweemaal zo grote kans op uitzaaiingen vergeleken met borstkanker die buiten de context van een zwangerschap wordt vastgesteld. Mogelijk is de vrouw al langere tijd ziek.

Het jonge stel verkeert nog in shock als ik op verzoek van de gynaecoloog langsga om ondersteuning te bieden. Mevrouw heeft een eigen kamer gekregen zodat zij  privacy heeft en haar naasten ook buiten het bezoekuur kan ontvangen. De vier opa’s en oma’s kwamen gelijk na de geboorte van hun kleindochter op bezoek en zijn er ook nu er slecht nieuws te verwerken is. De bijzondere sfeer die vaak in een kraamkamer heerst, heeft plaatsgemaakt voor een stemming van algehele verslagenheid. Het kindje weet van niets en ligt heerlijk op het bovenlijf van haar moeder te slapen. Ze heeft een enorme bos haar dat onder het babymutsje uitpiept. Af en toe rolt er een traan van haar moeder op het roze mutsje. 

De behandelend artsen staan perplex, ze maakten nog niet eerder mee dat een kraamvrouw zo kort na de bevalling zo snel achteruit gaat. Ze vertellen dat mevrouw en haar partner zich moeten voorbereiden op het naderende einde. Ik vraag of mevrouw iets wil opschrijven of op een andere manier iets vastleggen voor als Roos groot genoeg is. Dat wil ze wel maar voor schrijven heeft ze geen kracht. Een bevriende fotograaf komt snel naar het ziekenhuis om mooie plaatjes te schieten van het gezinnetje. Iedereen op de afdeling is erg met hen begaan. Ook mij laat het niet onberoerd. Af en toe loop ik naar mijn werkkamer, die ik deel met een lieve collega. Daar komen de tranen, die voortdurend hoog zitten, eruit. 

Daarna dep ik mijn rode ogen met een tissue en loop naar de poli van waaruit de pedagogische medewerkers werken. Zij hebben filmcamera’s die ze gebruiken voor video-interactie-begeleiding. Ik mag er een lenen om vast te leggen wat deze doodzieke moeder nog tegen haar kindje wil zeggen. Af en toe stoppen we even met filmen omdat ze te erg moet huilen maar ze wil dit per se afmaken en dat doet ze heel knap.

Haar man is ontdaan maar ook erg lief en belooft de moeder van zijn kind om goed voor Roosje te zorgen. Ook de opa’s en oma’s zeggen toe te helpen waar ze maar kunnen. Dat geeft wat troost maar niet zo veel, ze had zó graag zelf voor haar meisje gezorgd en nu moet ze haar kindje loslaten terwijl het meisje er nog maar net is. Beetje bij beetje maakt het immense verdriet plaats voor iets dat lijkt op berusting. Of is ze gewoon te ziek om nog te kunnen huilen? Aan het eind van de middag overlijdt ze, Roosje en haar vader zijn erbij. Iedereen op de afdeling is ervan onder de indruk.

Onderweg naar huis denk ik aan Roosje, de baby zonder moeder, en zodra ik thuis ben knuffel ik mijn nukkige tiener stevig. En alsof zij iets aanvoelt staat ze mij dit toe. Dat is lang niet altijd het geval. Ik kook haar lievelingseten en tel ondertussen mijn zegeningen. Dat zijn er vele. 



jos schuring
jos schuring
Wat een intens treurigmakend verhaal. Mooi geschreven!
Log in om reacties te plaatsen