Opblaaspop

Auteur: Tanja van Roosmalen, verlies- en rouwtherapeut
08.07.2023
Opblaaspop
Auteur: Tanja van Roosmalen, verlies- en rouwtherapeut
08.07.2023

‘Pubers’, zei hij, ‘hoe moet ik nu weten wat er in die meiden omgaat?’ Een tijd geleden belde hij lichtelijk in paniek na de zoveelste aanvaring met zijn dochters van 15 en 17, met de vraag of ik zijn vrouw en hem kon helpen. ‘Misschien blijven ze dan wel aan tafel zitten, als jij er bij zit’.

Zo kom ik hun gezin binnen, vlak nadat de MRI-scan bij zijn vrouw een onverbiddelijke uitslag gaf. De kankercellen in haar lijf zijn totaal niet onder de indruk van welke behandeling ook. Haar prognose is slecht. En hoezeer ze ook proberen hun kinderen te betrekken bij wat er komen gaat, iedere keer als het hen na een paar minuten te heet onder de voeten wordt, moet de één plots weg om te sporten en de ander hoognodig verder met huiswerk. De kinderen proberen zich zo staande te houden met de doodsbedreiging die boven hun hoofd hangt. Elke confrontatie met het onderwerp voelt voor hen als een ‘no-go’. 

Gelukkig weken de gezinsgesprekken zachtjesaan iets los van wat hen bezighoudt, maar nog onbesproken is gebleven. Zoals hun gezamenlijke gevoel van machteloosheid over het lijden dat hun moeder te wachten staat en de boosheid die ze hierdoor onbedoeld op elkaar botvieren. Maar ook komt er ruimte, om stil te staan bij wat nu voor hen alle vier belangrijk is. Er wordt een gezinsbucketlist opgesteld met momenten die ze willen koesteren. Geen grote reizen, maar samen onder een dekentje op de bank pizza’s eten en vakantiefilmpjes terugkijken. Gewoon ongewoon samen zijn. Het helpt, dagen worden geplukt en in een vaas gezet op hun keukentafel, om zo lang mogelijk vast te houden.

De tijd tikt door en brengt het gesprek op de toekomst, over de dood heen. Hoe zal het zijn als mama er niet meer is. En of ze dan nog zal kunnen bijsturen als pap er een ‘rommeltje’ van maakt. Waarschijnlijk wel, denkt de oudste. ‘Maar één ding’, flapt de jongste er vervolgens uit, ‘er komt hier geen nieuwe vrouw… ik wil echt geen nieuwe moeder!’ Waarna de oudste er een schepje bovenop doet. ‘Nee pap, je neemt maar lekker een opblaaspop, want er komt hier niemand in!’ Er wordt gegrinnikt. Vader kijkt overdonderd naar het vrouwelijke cordon tegenover hem. Enigszins onbeholpen reageert hij ‘Nee natuurlijk niet! Er is maar één vrouw in mijn leven en dat is mama’. ‘Zo mag ik het horen,’ reageert moeder. En daarmee lijkt het beklonken. 

Het is zo’n invoelbare reactie van kinderen. De gedachte dat de onzichtbare plek die moeder achterlaat, straks wordt ingevuld door een nieuwe partner, raakt de loyaliteit van kinderen tot in de kern. Het is de existentiële loyaliteit die reikt tot ver over de grenzen van de dood. En op dit moment bewaken zij de plek van hun moeder door hun vader een opblaaspop aan te reiken. Hoe treffend!

Ik besluit er op een ander moment op terug te komen. Want het is vooral de reactie van vader die me het meest bezighoudt. Moet ik die opvatten als een losse flodder, zonder echte betekenis? Of heeft vader zich hier, uit liefde voor zijn vrouw en kinderen, vastgeketend aan een belofte die hem nog lange tijd parten kan blijven spelen? Hoe vaak beloven mensen op het sterfbed van een naaste niet iets wat te groot is? Als dit zo’n belofte is, dan is die zeker te groot. Het leven is immers veel te kostbaar om liefde buiten de deur te houden.

Ik kom er niet uit, ik ken ze niet goed genoeg om het met zekerheid te kunnen duiden. Mijn gevoel zegt me dat ik dit met zijn vrouw moet bespreken. Als het een belofte is, zal zij degene zijn die hem hiervan kan verlossen. Hoe moeilijk ook. 

Ik heb geluk, er komt een moment waarop ik met haar alleen ben. Als ik vertel dat deze uitspraak me zo bezighoudt moet ze lachen. ‘Ach, dat was toch maar een grapje’, zegt ze. ‘Denk je dat dit voor hem ook duidelijk is?’ vraag ik. Dat blijkt niet zo te zijn. Op de avond na het gezinsgesprek heeft hij haar nogmaals duidelijk gemaakt dat zij voor altijd de enige blijft voor hem. Waarop zij hem antwoordde: ‘Lieverd, ik blijf altijd in je hart wonen, maar er is nog genoeg ruimte over voor een nieuwe liefde. Ik wil niet dat je voor mij alleen blijft.‘ Zo heeft ze het ook met haar dochters besproken. ‘Ze waren zo verdrietig’, verwoordt ze terugblikkend, ‘maar het is goed.’

Ik slik als ze dit intieme moment aan me toevertrouwt. Wat een grootse daad van liefde, om aan het eind van je leven je partner deze levensruimte te gunnen. ‘Wat fijn dat je dit hebt kunnen doen,’ zeg ik. ‘Ja hè’, zegt ze ‘nu hoeven de meiden in ieder geval geen opblaaspop voor hem te bestellen. Hoe fijn is dat!’ Ik kijk haar aan en we schieten allebei in een onbedaarlijke lach.

‘Jij nog thee?’ 



Dimph
Wat een onbaatzuchtige vrouw en moeder, geconfronteerd worden met haar eigen, nabije sterfelijkheid, zo liefdevol reageren
Log in om reacties te plaatsen